Op de vraag hoe het met de BODEMDALING zit en de invloeden kwam GEEN antwoord, hetgeen veel zeggend is !
DEEL 1: Vragen naar aanleiding van presentatie
1. De commissie Van Geel gaat uit van 1,4 GVE (grootvee-eenheden) om de begrazingsdruk of dierdichtheid te
berekenen. Hierbij zijn de ganzen niet meegenomen. Dat zou betekenen dat de begrazingsdruk 1,9 gve zou
moeten zijn. Hoe zit het met deze berekening en moet er dan geen beheer op de ganzen plaatsvinden?
Grootvee-eenheden (GVE) is een begrip dat gehanteerd wordt in de grondgebonden melkveehouderij. Daarmee is
het niet vanzelf van toepassing op een natuurgebied. In een natuurgebied is het te behalen ecologische doel de
basis voor het bepalen van de begrazingsdruk die daar bij past.
De situatie van rond de eeuwwisseling is in het provinciale beleidskader als referentieperiode genomen voor het
bepalen van de aantallen grote grazers in het gebied. In die periode waren er circa 1.100 grote grazers in het gebied
aanwezig, evenals grote hoeveelheden ganzen. Het aantal overwinterende grauwe ganzen was toen vergelijkbaar
met het aantal van nu. Het aantal overwinterende kolganzen was destijds iets hoger en het aantal brandganzen lag
iets lager. In die periode bestond het landschap van het grazige deel uit een combinatie van graslanden en
struwelen, een (half-open) landschap dat ook in het beleidskader wordt beoogd. Een divers landschap passend bij
een moerasecosysteem wat voldeed aan de Natura 2000- opgave en de opgaves vanuit het Natuurnetwerk
Nederland. Brandganzen, kolganzen en grauwe ganzen zijn Natura 2000-doelsoorten. Beheer op aantallen ganzen
binnen het Natura 2000-gebied is vanuit de Europese regelgeving niet mogelijk.
2. Hoe ziet u de toekomst Oostvaardersplassen over 20 à 30 jaar? Wordt daarbij rekening gehouden met zaken
zoals woningbouw en de wolf?
Het provinciale beleidskader beschrijft de toekomst van de Oostvaardersplassen in de hoofddoelstelling van het
beleid: ‘een door de mens als bijzonder ervaren en kwalitatief hoogwaardig natuurgebied dat dicht bij het stedelijk
gebied van Flevoland en de Randstad ligt’. De natuurwaarde wordt beschermd door de status als Natura 2000-
gebied en de Natuurbeschermingswet. De Oostvaardersplassen is een belangrijk natuurgebied binnen het
Nationaal Natuurnetwerk Nederland. Woningbouw binnen het natuurgebied past niet binnen deze doelstelling. De
opgave is om deze bijzondere natuur op een passende manier beleefbaar te maken voor de bezoekers.
De terugkeer van de wolf in Nederland is een natuurlijk proces. Mocht de wolf zich uit zichzelf vestigen in Flevoland
dan zal de provincie handelen op basis van afspraken die hierover in interprovinciaal verband zijn gemaakt.
3. Er moeten nu weer 1.000 herten afgeschoten worden in het kader van de reset. Dat blijft zo doorgaan en
daarmee wordt de reset nooit afgerond.
De reset van de grote grazers uit het provinciaal beleidskader heeft als doel dat het aantal edelherten eenmalig
verminderd wordt om vervolgens met een beheer dat gericht is op beheerste ontwikkeling van de kuddes onder
een plafond van in totaal 1.500 grote grazers. Naar aanleiding van de de uitspraak in de rechtszaak van 12
november is de opdracht om dat aantal te bereiken stopgezet.
4. Uitplaatsing paarden lukt niet meer. Waarom gaan ze dan niet meteen naar de slacht?
In de periode dat de paarden teruggebracht zijn van 670 naar 450 dieren is er door de provincie voor gekozen om
Staatsbosbeheer te vragen de dieren uit te plaatsen. Dat is gelukt. De ervaring laat zien dat uitplaatsing niet
eenvoudig is. De paarden die op dit moment in de vangweide staan, worden nog uitgeplaatst in het voorjaar van
2020. Het beheer van de paarden vanaf 1 januari 2020 wordt op dit moment uitgewerkt door Staatsbosbeheer in
het managementplan.
5. Wanneer wordt het anticonceptierapport opgeleverd, wat is deadline?
Op verzoek van Gedeputeerde Staten is in november 2018 aan de Universiteit Utrecht gevraagd om een
literatuuronderzoek te doen naar de mogelijkheden voor anticonceptie bij de verschillende grote grazers in de
Oostvaardersplassen. De Universiteit Utrecht heeft hiervoor een breed team samengesteld om het vraagstuk
6. Wanneer wordt er gestart met anticonceptie? Waarom niet meteen toepassen bij paarden?
Gedeputeerde Staten zijn in afwachting van de resultaten van een literatuuronderzoek door de Universiteit Utrecht. Hierin wordt gekeken naar de mogelijkheden voor de drie soorten grazers. De provincie wacht de resultaten van dit onderzoek af.
7. Hoe wordt er gekeken naar de discrepantie tussen het doel van dierenwelzijn en afschieten van herten?
De provincie begrijpt dat hier een discrepantie tussen lijkt te zitten. Daarom heeft Gedeputeerde Staten in augustus 2018 advies hierover gevraagd bij de Raad voor Dieraangelegenheden. Deze onafhankelijke adviesraad heeft vanuit het perspectief van het dierenwelzijn gekeken naar de opties om de aantallen edelherten te verminderen. Hun advies: “Herplaatsing van edelherten heeft niet op voorhand de voorkeur van de Raad boven afschot. De onvermijdelijke inbreuken op het welzijn van de edelherten, in combinatie met een reëel risico op uitval tijdens transport en het perspectief om bejaagd te worden op de nieuwe locatie, maken dat afschot van edelherten in de huidige situatie acceptabel kan zijn.”
8. Rekensom edelherten klopt niet. Dat geeft geen vertrouwen in reset.
Tellingen van dieren in de natuur kent altijd een foutmarge, zo ook de helikoptertelling. Deze telling is ook nooit bedoeld geweest om een exacte telling te zijn, maar voor het volgen van trends in de populatie. Dit jaar is de helikoptertelling nageteld op basis van foto’s die genomen konden worden tijdens de telling. Dit geeft een nauwkeuriger resultaat, maar nog steeds wordt er rekening gehouden met een foutmarge in de telling. Op het boswachtersblog geeft Staatsbosbeheer uitleg over de methode. Zie ook antwoord op vraag 3.
9. Hoe zit het met tellingen: voorjaars- en najaarstelling? En hoe zit het met de inzet van drones bij deze tellingen?
Staatsbosbeheer voert in het najaar helikoptertellingen uit van de grote herbivoren. In het provinciaal beleidskader wordt aangegeven dat tellingen van grote grazers gestandaardiseerd moeten worden voor het voorjaar en najaar. Door Wageningen Environmental Research is in 2018 advies uitgebracht op het protocol voor de helikoptertelling, Op basis van dit advies heeft Staatsbosbeheer het protocol van de helikoptertelling gestandaardiseerd. In het protocol is sprake van een najaarstelling in oktober en een voorjaarsstand gebaseerd op de najaarstelling minus de in de winter afgevallen dieren.
De commissie van Geel geeft aan dat er beloftevolle technieken in ontwikkeling zijn om met behulp van drones tellingen uit te voeren. Staatsbosbeheer is reeds een verkenning gestart naar de toepassing van drones bij monitoring en telling van grote grazers. Op dit moment staan de regelgeving rond het gebruik van drones en de praktische uitvoering in een groot gebied als de Oostvaardersplassen de inzet van drones in de weg.
In het Faunabeheerplan is opgenomen dat er de komende jaren over gegaan wordt van de helikoptertelling in het najaar naar een grondtelling in het voorjaar. Bij deze grondtelling worden naast het aantal edelherten ook de samenstelling van de populatie in beeld gebracht. Een voorjaarstelling is in lijn met de landelijke methodiek.
10. We hebben beelden gezien van het afschot: er lijkt sprake van drijfjacht en in de roedel schieten.
De faunabeheerders die ingezet worden door Staatsbosbeheer en die het afschot uitvoeren, houden zich aan het vastgestelde protocol. Daarbij mag enkel vanuit stilstaande positie geschoten worden en wordt er niet zodanig in een roedel geschoten dat hierdoor de kans bestaat dat dieren die zich achter het dier dat wordt geschoten bevinden bij een doorschot worden verwond. Staatsbosbeheer voorkomt hiermee dat voorkomen wordt dat bij een schot dieren worden verwond die zich achter het dier dat wordt geschoten bevinden (het zogeheten doorschot).
Er vindt geen drijfjacht plaats waarbij dieren in de richting van de schutters worden opgejaagd. De schutters rijden met de auto naar hun positie en schieten vervolgens vanuit een stilstaande auto. Omdat de herten soms meebewegen met een positie innemende auto, lijkt het alsof de dieren worden opgejaagd. Maar van een drijfjacht is geen sprake.
De betreffende filmbeelden zijn van grote afstand gemaakt en op de filmbeelden is de positie van de schutter niet te zien. Op grond van de filmbeelden is niet te constateren dat er in een roedel wordt geschoten. Op de filmbeelden is duidelijk te zien dat alleen het geschoten hert wordt geraakt en er geen doorschot plaatsvindt waarbij andere herten worden geraakt. Dat betekent dat het geschoten hert zodanig geïsoleerd stond dat het veilig kon worden geschoten.
Er is een handhavingsverzoek ingediend waarbij de betreffende filmbeelden zijn ingebracht. Er is om handhaving gevraagd omdat volgens de verzoekers afschot heeft plaatsgevonden in strijd is met de weidelijkheidsregels, omdat er sprake zou zijn van drijfjacht en omdat er geschoten zou worden in een roedel. De Omgevingsdienst Flevoland, Gooi- en Vechtstreek (OFGV) voert de controle op de naleving van de groene regelgeving en de daarop gebaseerde opdrachten en vergunningen uit. Zij hebben geconstateerd dar er geen sprake is van overtreding van de voorschriften. Op basis van deze constateringen heeft Gedeputeerde Staten het handhavingsverzoek afgewezen. Dit besluit van Gedeputeerde Staten is in een rechtszaak bij de voorzieningenrechter getoetst. De rechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
11. Uit een verslag van de OFGV zou blijken dat er slachtafval in water is gekomen. Klopt dit?
Door de OFGV is tijdens een controle geconstateerd dat er bloed dat vrijkwam bij het ontweiden van herten in een watergang terecht is gekomen. Staatsbosbeheer heeft hierop direct actie ondernomen en maatregelen getroffen om dit bloed op te vangen en af te voeren. Sindsdien heeft zich dit niet meer voorgedaan.
12. We hebben foto’s gezien van paarden uit Oostvaardersplassen bij de slager. Klopt dit?
Nee, vanuit de Oostvaardersplassen zijn er geen paarden naar de slager gegaan. Eind oktober is een groep van ongeveer 50 paarden uit het Horsterwold naar de slacht gegaan.
DEEL 2: Reactie op suggesties (plenair opgehaald)
1. Alle grote grazers weghalen.
In het provinciaal beleidskader is het advies opgenomen om na de reset van de grote grazers nader te verkennen/onderzoeken wat de voor- en nadelen zijn van het uitnemen van een of twee van de soorten grote grazers. Deze verkenning heeft nog niet plaatsgevonden.
2. Eerst uitzoeken, dan doen (een suggestie in relatie tot waterpeildaling en vistrap).
Voor alle maatregelen in het gebied wordt voorafgaand aan de daadwerkelijke uitvoering een uitwerking van de plannen gemaakt. Hierin wordt zo goed mogelijk uitgezocht wat de consequenties zijn, in welk periode de werkzaamheden plaats kunnen vinden en met welke randvoorwaarden rekening gehouden moet worden. Dit is ook gebeurd bij de verlaging van het waterpeil in het moeras en wordt ook gedaan bij de aanleg van de vistrap.
3. Wees eerlijk en vertel de waarheid zoals hij is. Het voorbeeld van een veulentje in Oostvaardersveld, wat is daarmee gebeurd?
Als hier wordt gevraagd naar een veulen in het Oostvaardersveld dat door de moeder werd verstoten: dit veulen is door de boswachters herhaaldelijk bij de moeder teruggezet, maar werd niet geaccepteerd. Uiteindelijke heeft de dierenarts het dier laten inslapen en is het afgevoerd.
4. Hengsten castreren of apart van de merries zetten.
De Universiteit Utrecht is gevraagd om in te gaan op methoden voor anticonceptie, waaronder het definitief onvruchtbaar maken van grote grazers. Zie ook antwoord op vraag 5 en 6 uit deel 1 van dit document.
5. Heckrunderen: eerder voeren zodat strijders rust hebben.
Het provinciaal beleidskader geeft aan dat het bijvoeren van dieren die leven in een natuurgebied in de
winterperiode op het eerste gezicht een sympathieke maatregel lijkt, maar dat bijvoeren in werkelijkheid negatieve
(neven-)effecten heeft. Bijvoeren leidt ertoe dat meer dieren de winter overleven door het voedselaanbod van het
gebied als het ware kunstmatig te verhogen. Desondanks is op verzoek van Provinciale Staten ervoor gekozen om
bijvoeren niet uit te sluiten. Gedeputeerde Staten hebben hier een tijdelijk beleidslijn voor vastgesteld. Op basis
van deze beleidslijn wordt er bijgevoerd als de gemiddelde bodyconditiescore (BCS) van de heckrunderen 2,0 of
lager wordt.
6. BCS is veranderd, die is onjuist. Pas die aan, zodat runderen geen honger hebben.
De keuze voor een andere methodiek van conditiebepaling is bewust gemaakt. De oude conditiebepaling was
onderdeel van het 'vroeg-reactief beheer' en ging om de vraag of dieren gegeven hun gedrag, conditie én de
weersomstandigheden kans hadden om de winter door te komen. De nieuwe methodiek (Body Condition Score)
sluit beter aan op het doel: de conditie van de dieren in kaart brengen. Deze methode die hierbij gebruikt wordt is
gelijk aan die in de veeteelt en paardensport als ook onder dierenartsen gebruikt worden.
7. Van Geel verkleint gebied. Er is maar maximaal 500 ha begraasbaar gebied. Maak het gebied groter:
Trekweg erbij halen, rustgebieden erbij betrekken zoals Hollandse Hout.
Na uitvoering van alle maatregelen resteert er een in het beleidskader berekend oppervlakte van 1.080 ha aan
grasland. Dit is een van de redenen dat er minder grote grazers in het gebied blijven. De 1.080 ha is het berekende
resterende grasland na aftrek van alle inundatiegraslanden (500 ha) en de beschutting op een gebied van 300 ha. In
werkelijkheid is het areaal grasland groter. Inundatiegraslanden zijn buiten het natte seizoen ook leefgebied van de
grote grazers. Van het beschuttingsgebied blijft 150 ha netto beschikbaar als grasland voor de grote grazers.
Uitbreiding van het gebied met Trekweg en Hollandse Hout is in het provinciaal beleidskader niet opgenomen.
Begrazing in de randgebieden gaat ten koste van de kwaliteit en kwantiteit van de begroeiing in die gebieden en zet
druk op de multifunctionaliteit van de randen waar mensen kunnen wandelen, sporten en voor andere vormen van
recreatie.
8. We hadden vegetatie. Waarom is dat weg? Verdwijnt de nieuwe vegetatie niet om dezelfde reden?
De grote grazers zijn oorspronkelijk geïntroduceerd om te voorkomen dat het gebied geheel zou dichtgroeien met
bos en daardoor niet meer geschikt zou zijn als vogelgebied. De aantallen grazers zijn in de loop van de afgelopen
periode sterk toegenomen. Door dit grote aantal grazers zijn in grote delen van het grazige deel de
ruigtevegetaties, struwelen en hoger gras voor het overgrote deel verdwenen. Daarnaast zijn er in delen van het
gebied bomen of struweel verdwenen door ouderdom of ziektes.
Nieuwe aangroei kwam niet tot ontwikkeling met de hoge graasdruk. De beschutting die nu in het kerngebied
wordt gerealiseerd, is daarom voorzien van een raster rondom de nieuwe aanplant. Deze rasters blijven staan tot
het moment dat de vegetatie wel bestand is tegen vraat of vertrapping. Dit, in combinatie met de verminderde
graasdruk, voorkomt dat de nieuwe vegetatie ook verdwijnt.
9. Kijk eens goed naar de zakelijke contacten van Staatsbosbeheer. Hun ideologie is rewilding en ze werken
met partners die dat ook aanhangen.
De provincie en Staatsbosbeheer hebben in juli 2018 een convenant gesloten. Hierin zijn afspraken gemaakt over
de uitvoering van het beleidskader. Op basis van het beleidskader worden er aanpassingen doorgevoerd in het
beheer van de grote grazers. Staatsbosbeheer voert de maatregelen van het beleidskader uit en het is aan hen om
te bepalen met welke partijen zij hierin samenwerken.
10. Maak de runderen en konikpaarden gehouden dieren en check ieder dier jaarlijks in de vangkraal.
Dit is een van de onderwerpen die het provinciaal beleidskader benoemt om nader te onderzoeken: het verkennen
van de voor- en nadelen van de status van gehouden dieren voor de runderen en paarden.
11. Hekken dicht betekent zorgplicht.
Staatsbosbeheer komt de zorgplicht voor de grote grazers na.
12. Let op, het leefgebied is veel kleiner dan 5.000 ha.
Het totale gebied voor de dieren, inclusief moeras, open water, bosgebieden is ruim 5000 hectare. Ieder deelgebied heeft een functie voor dieren en planten in het gebied. Het graslanddeel zal na uitvoering van alle maatregelen ongeveer 1.080 ha groot zijn. Door het jaar heen maken de dieren gebruik van verschillende delen van het gebied. De vernatte delen zijn niet altijd nat en daardoor in niet-natte perioden beschikbaar voor de grote grazers. Bij de voorstellen voor reductie van het aantal grote grazers is rekening gehouden met de verkleining van de oppervlakte grasland. Zie ook de reactie op suggestie 7.
13. Let op de conditie van de heckrunderen: pas op, want die komen de winter niet goed door. Runderen met conditie 1 zou je moeten afschieten.
De conditie van de runderen, paarden en herten worden in de winter periode tweemaal per week in een toezichtronde in beeld gebracht. Op het moment dat de gemiddelde BCS van de populatie runderen 2,0 of lager is, wordt er bijgevoerd. Een dier dat ondanks het bijvoeren alsnog in een BCS-score van 1 heeft, wordt intensief gemonitord en in overleg met de dierenarts wordt bekeken of afschot noodzakelijk is. Niet elk dier in conditiescore 1 is er per definitie slecht aan toe. Oudere dieren zijn vaak mager, maar dat betekent niet altijd dat ze de winter niet goed aankunnen. Zie ook de reactie op suggestie 6.
14. Hou je aan het rapport van Van Geel: 300 runderen staat nergens, 150 ha beschutting creëren is niet de genoemde 300 ha.
In het provinciaal beleidskader staat beschreven dat het aantal runderen niet minder dan 230 moet zijn om te spreken van een levensvatbare populatie. Op basis van de laatste telling is er nu sprake van 280 runderen.
Voor wat betreft de beschutting is aangeven dat er 300 ha. beschutting moet worden gerealiseerd. Over de vormgeving en inrichting van de beschutting is aangegeven dat dat op verschillende manieren kan, waarbij ook is gezegd dat het niet om aaneengesloten bossen hoeft te gaan. Door ruimte tussen de aanplant te laten, ontstaat ertussen ook beschutting (windluwte en schaduw). De door Staatsbosbeheer gekozen uitwerking voldoet aan het beleidskader, want met de aanplant van 150 ha., wordt een beschuttingsgebied van 300 ha. gecreëerd.
15. Ontwikkel een langetermijnvisie, waarin het weer een echt natuurgebied is waar niet iedere grasspriet hoeft te worden beheerd.
Het beleidskader biedt deze lange termijnvisie. Deze toekomst is verwoord in hoofdstuk 2 van het beleidskader.
16. Waarom alleen een literatuuronderzoek naar anticonceptie en geen experiment?
Het provinciaal beleidskader noemt anticonceptie als een alternatieve vorm van beheer waarvoor eerst nader onderzoek/verkenning nodig is. Zoals bij suggestie 2 is aangegeven, wordt voor alle maatregelen in het gebied, voorafgaand aan de daadwerkelijke uitvoering, een uitwerking van de plannen gemaakt. Hierin wordt zo goed mogelijk uitgezocht wat de mogelijkheden en consequenties zijn.
17. Stel Natura 2000 voorop: grote grazers eruit of nog veel minder. Probleem is overbegrazing (1,9 gve versus 1,4 gve).
De topprioriteit van de Oostvaardersplassen zijn en blijven de Natura 2000-doelen. Dat staat in het provinciaal beleidskader. De grote grazers zijn in het gebied geïntroduceerd ten dienste van de N2000-doelen. Met de keuzes in het beleidskader wordt gestreefd om een betere balans te krijgen tussen de omvang van de grazerspopulatie en de vegetatie-ontwikkeling. Zie ook het antwoord op vraag 1 van deel 1 van dit document.
18. Provincie en Staatsbosbeheer neem je verantwoordelijkheid: neem besluiten.
Provinciale Staten hebben met de vaststelling van het beleidskader beheer Oostvaardersplassen een belangrijk besluit genomen ten aanzien van de toekomst van de Oostvaardersplassen. De verantwoordelijkheid van de provincie en Staatsbosbeheer is beschreven in het convenant tussen beide organisaties van 18 juli 2018.
19. Terug naar de start: waarom hebben we ooit bedacht dat het af was? We hadden eraf moeten blijven om het echte natuur te laten zijn.
In het verleden zijn door diverse organisaties gemotiveerde keuzes in het beheer gemaakt. Die keuzes hebben tot de huidige situatie geleid. Met de vaststelling van het beleidskader door Provinciale Staten is gekozen voor een nieuwe invulling van het beheer van de Oostvaardersplassen op een breed scala aan onderwerpen, waaronder de N2000-doelen, het welzijn van de grote grazers, het landschap, recreatie en toerisme. Dit draagt bij aan de hoofddoelstelling uit het provinciaal beleidskader.
20. Herten: niet afschieten, maar anticonceptie. Anders alleen mannetjes schieten.
Het provinciaal beleidskader noemt anticonceptie als een alternatieve vorm van beheer waarvoor eerst nader onderzoek/verkenning nodig is. De Raad voor Dierenaangelegenheden heeft geadviseerd dat afschot om het aantal edelherten te verminderen de beste keuze is.
21. Gebruik de kennis van deze groep veel meer. Blijf het gesprek aangaan.
Deze oproep wordt meegenomen in het vervolg. Hoe dit gebeurd is naar verwachting onderdeel van het advies dat de maatschappelijke klankbordgroep na afronding van hun opdracht op 31 december 2020 zal uitbrengen over de maatschappelijke betrokkenheid.
22. Zet er een schaapskudde in, in plaats van grote grazers.
Het introduceren van een schaapskudde is geen onderwerp in het provinciaal beleidskader en wordt ook niet genoemd als een van de alternatieve vormen van beheer die nader verkend/onderzocht moeten worden.
23. Ga zelf maaien als Staatsbosbeheer.
Maaien is geen onderwerp in het provinciaal beleidskader en wordt ook niet genoemd als een van de alternatieve vormen van beheer. Begrazing van een gebied heeft vele voordelen ten opzichte van maaien. Zo ontstaat er een diverse vegetatiestructuur,
24. Doe de reset op een humane manier voor de dieren. Geen afschot in de kudde, rekening houden met drachtige dieren.
In het provinciaal beleidskader (hoofdstuk 5) zijn de regels voor de reset beschreven. Dit zijn regels die ook in andere natuurgebieden worden gehanteerd bij afschot van dieren. Voor de reset van de herten is een opdracht en een vergunning verstrekt op basis van deze regels. In het advies van de Raad voor Dierenaangelegenheden zijn nog aanvullende suggesties gedaan, die door de provincie zijn overgenomen in de opdracht voor het afschot van de herten.
25. Haal de schiettenten weg.
Het is onduidelijk wat hiermee wordt bedoeld.
wordt het bodemleven verrijkt en zijn er vogelsoorten die juist de kuddes (paarden en runderen) opzoeken om te foerageren op de mest. Dit heeft allemaal een positief effect op de biodiversiteit. Bovendien is het Oostvaardersplassengebied in grote delen van het jaar zo nat dat maaien niet of nauwelijks mogelijk is.
Het was weer te verwachten dat de provincie dit soort streken zou uithalen! Alles wordt uit de kast getrokken om deze schandelijke inktvlek van de provincie en staatsbosbeheer onder het tapijt te vegen!
BeantwoordenVerwijderen